WHIPPLE

INLEIDING

ERAS is een afkorting uit het Engels dat staat voor 'Enhanced Recovery After Surgery' of een versneld herstel na een operatie. In deze tekst informeren we u graag over de whipple-procedure en het versneld herstelprogramma dat hieraan gekoppeld is. De bedoeling van dit programma is de kans op complicaties na de operatie te verkleinen en bijgevolg de functionele uitkomst te verbeteren.

Deze informatie krijgt u om uw aandoening beter te kunnen begrijpen. Als centrum willen we u actief betrekken bij de behandeling en uit ervaring weten we dat veel mensen dit belangrijk vinden. 

Uw behandeling is een samenwerking tussen verschillende hulpverleners en dit vooral samen met u.

U kunt zelf heel wat doen om uw herstel vlot te laten verlopen. Wij hopen dan ook dat u door het lezen van deze informatie beter voorbereid bent op de ingreep. Aarzel niet om contact op te nemen bij onduidelijkheden en/of vragen. De contactgegevens vindt u onderaan deze tekst.


WHIPPLE

Meestal is de operatie een gevolg van een gezwel in de pancreaskop. Ook in de volgende gevallen kan de operatie worden uitgevoerd:

  • neuro - endocriene tumoren in de pancreaskop
  • tumoren aan de inmonding van de galweg in het duodenum (papil van Vater)
  • chronische pancreatitis

Als uit de vooronderzoeken blijkt dat de tumor te verwijderen is, krijgt u een operatie die in opzet genezend is. Helaas blijkt bij een deel van de patiënten pas tijdens de operatie dat de tumor toch niet verwijderd kan worden. Terwijl dit op de beeldvorming wel mogelijk leek. De tumor blijkt dan toch uitgezaaid of doorgegroeid in andere weefsels, zoals de bloedvaten. Kunt u niet geopereerd worden, dan krijgt u een behandeling die de ziekte remt of de klachten vermindert, bv. chemotherapie, het plaatsen van een stent, ...


Preoperatief

Om uw herstel te verbeteren kunt u zelf al heel wat zaken doen vóór de operatie. Uit onderzoek is gebleken dat onderstaande items een sneller herstel met minder complicaties teweegbrengen.

Bewegen

Er wordt aanbevolen dagelijks te bewegen voor minimaal 30 minuten. Indien haalbaar tweemaal 30 minuten per dag. De inspanning moet van die intensiteit zijn dat uw ademhaling wat moeizamer verloopt, maar u kunt nog steeds praten. Wanneer u te zware inspanningen levert kunt u niet meer praten tijdens het bewegen, hier is het dan ook aangewezen om de intensiteit te verminderen. Door deze dagelijkse beweging zult u zich fitter voelen en zo ook de kans vergroten op een verbeterd herstel na de operatie. Het doel is om uw uithouding en spieren in optimale conditie te krijgen.

Ademhalingsoefeningen worden aangeleerd voor de operatie indien de longfunctie verminderd blijkt te zijn. Na de verdoving en de operatie is er vaak een toename van slijmproductie in de longen. Om de longen terug maximaal te ventileren is het belangrijk dat deze slijmen opgehoest worden. Via het aanleren van ademhalingsoefeningen en het trainen van de ademhalingsspieren voor de operatie zou dit gemakkelijker lukken, waardoor een longontsteking vermeden kan worden.

Rookstop!

Stoppen met roken is ook meteen vaarwel zeggen tegen de meer dan 7000 gifstoffen in de sigarettenrook. Uit onderzoek is gebleken dat stoppen met roken gunstige effecten heeft op uw lichaam. Zo worden complicaties vaak vermeden.

Wat zijn de risico's indien u blijft roken?

  • probleem met de longen: deze kunnen licht van aard (bv. infectie, verstopping van een long tak), maar ook zwaar zijn (bv. acute ademnood)
  • hart- en vaatcomplicaties (bv. verhoogd risico op hartaanval, beroerte)
  • problemen met wondgenezing

U stopt best 6 tot 8 weken voor de operatie met roken. Hierdoor verdwijnen de risico's van de bijwerkingen door tabak. Indien u 2 tot 3 weken stopt voor de ingreep verminder je nog steeds de risico's op complicaties. Zelfs al stopt u 48uur voor de operatie is er hier voordeel te zien, omdat zuurstof meer ruimte krijgt in het bloed.

Indien u graag begeleiding en steun zoekt dan kunnen wij u daarbij helpen. De contactgegevens van rookstopbegeleiding vindt u onderaan deze tekst.

Dag voor de operatie: opname verpleegafdeling (dag-1)

De ziekenhuisopname is voorzien 1 dag voor de eigenlijke operatie. Zo kunnen de voorbereidingen voor de ingreep op een rustige manier gebeuren.

De gewoonlijke opnametijd is voorzien in de middag (14u)

Hierbij gaat u zich eerst aanmelden aan het onthaal van het ziekenhuis voor een opname of hospitalisatie. Uw heeft hiervoor uw passpoort/identiteitskaart nodig. Indien u beschikt over een hospitalisatieverzekering dan neemt u best zo snel mogelijk contact op met de betreffende verzekeringsorganisatie.

U kunt nu naar de verpleegafdeling gaan. De verpleegkundigen van de afdeling verwelkomen u en brengen u wegwijs op de kamer en afdeling. In de loop van de namiddag en avond worden de voorbereidingen op de ingreep getroffen.

  • er worden anti-trombose kousen aangemeten
  • bloedafname (om de bloedgroep te bepalen)
  • informatie wordt verzameld
  • mogelijks krijgt u een darmvoorbereiding of een klein lavement

We adviseren u om geen waardevolle spullen mee te brengen naar het ziekenhuis. Er is een locker, maar deze is beperkt in ruimte. Deze locker wordt eveneens leeggemaakt wanneer u naar intensieve zorgen wordt overgebracht.


Perioperatief (dag 0)

De dag van de operatie zal u 2 à 3 uur voor de ingreep een koolhydraatrijke drank (preopdrankje) drinken. Uit onderzoek is gebleken dat dit gunstige effecten heeft op het verloop na de operatie.

Vooraleer u naar de operatiezaal gaat, krijgt u TED-kousen (anti-trombose kousen) en trekt u een operatiehemdje aan. Dit is het enige dat u mag aanhouden. Ondergoed, bril, lenzen, sieraden, eventueel vals gebit en andere zaken worden niet toegelaten.

Indien u aan de beurt bent, brengen ze u met uw bed naar het operatiekwartier. Daar wacht u even in de wachtzaal en komt de verantwoordelijke verpleegkundige een aantal zaken extra bevragen en controleren.

Wanneer deze extra controles gebeurd zijn brengt de operatieverpleegkundige u naar de operatiezaal. Daar ziet u verschillende apparaten staan die helpen om uw lichaamsfuncties tijdens de operatie te bewaken. Er zullen een aantal leidingen en klevers (elektroden) worden geplaatst.

Om pijnstilling te voorzien tijdens en na de ingreep wordt er een epidurale pijnpomp geplaatst. Hiervoor gaat u op de rand van de operatietafel plaats nemen. Een epidurale katheter ter hoogte van de onderrug wordt door de anesthesist geplaatst. De onderrug wordt uitgebreid ontsmet en daarna plaatselijk verdoofd. Via een naald wordt uw rug ter hoogte van de lumbale ruggenwervels aangeprikt, waarna een dun buisje in uw rug geplaatst wordt. Via deze weg zal u continu pijnstilling krijgen. 

De naald wordt verwijderd en het buisje blijft zitten en vastgekleefd op de rug. De verpleegkundigen en anesthesist zullen u instructies geven tijdens de plaatsing.

De operatie wordt altijd onder volledige verdoving uitgevoerd. Bij een pancreaticoduodenectomie of whipple worden de alvleesklier - of pancreaskop, samen met de twaalfvingerige darm of duodenum, de galweg en de galblaas en soms ook een deel van de maag chirurgisch weggenomen. In uitzonder-lijke gevallen wordt ook een deel van de poortader weggehaald (als een gezwel er rechtstreeks is doorgegroeid). Op het einde van de ingreep moet de pancreasrest, de lever met galweg en de maag terug met de dunne darm in verbinding worden gebracht. Bij de operatie worden meestal meerdere drains in de buik achtergelaten om het wondvocht te evacueren.


Afdeling intensieve zorgen

Na de ingreep komt u naargelang de beschikbaarheid terecht op één van volgende afdelingen:

  • Intensieve zorgen: op de vierde verdieping en bereikbaar via 050 45 30 45
  • Midcare: op de tiende verdieping en bereikbaar via 050 45 31 03

De bezoekersuren voor beide zorgeenheden zijn gelijk:

  • 11u00 tot 11u30
  • 15u00 tot 15u30
  • 19u00 tot 19u30

Het bezoek is beperkt tot deze drie korte bezoekmomenten per dag. Zodoende kunnen de patiënten voldoende rusten en kunnen de zorgverleners op een optimale manier hun taken uitvoeren. Wij vragen u om het aantal bezoekers te beperken en het bezoek zo rustig mogelijk te houden.

De mogelijke interactie van gsm's en tablets met hoogtechnologische apparatuur is op dit ogenblik nog onduidelijk. Daarom vragen we om gsm's en tablets uit te schakelen. Om privacyredenen is het verboden om foto's en opnames te maken.

Eigen nachtkledij is meestal niet mogelijk om aan te trekken door de vele kabels en leidingen. Daarom dragen alle patiënten een nachthemd van het ziekenhuis. De belangrijkste persoonlijke zaken die de patiënt nodig heeft, zijn eventueel zijn/haar bril, tandprothese, hoorapparaat en/of scheermachine. Voorzie deze van naam van de patiënt om vergissingen te vermijden.

Leidingen en sondes

Alle sondes, leidingen en kabels hebben een specifieke functie om uw herstel te bevorderen en uw lichaamsfuncties nauwgezet op te volgen.

Een maagsonde wordt tijdens de narcose via de neus geplaatst. Zo kan er vocht en lucht afgevoerd worden. Deze maagsonde wordt verwijderd van zodra de productie van maagsap vermindert. Dit kan een aantal dagen duren.

U zult via de bloedbaan ook vocht en medicatie toegediend krijgen doormiddel van een infuus.

(Wond)drains worden tijdens de operatie geplaatst om wondvocht te laten aflopen. Het aantal drains is afhankelijk van het type operatie. Deze worden verwijderd afhankelijk van de hoeveelheid wondvocht die afloopt.

Een blaassonde wordt tijdens de operatie geplaatst. Door deze sonde kan men zien of uw nieren naar behoren functioneren tijdens en na de operatie. De blaassonde wordt verwijderd wanneer de pijnpomp verwijderd wordt.

De epidurale pijnpomp wordt geplaatst ter hoogte van de hals (terwijl u in slaap bent). Deze wordt verwijderd na 3-5 dagen mits de pijn voldoende onder controle is.


Postoperatief (dag 1, ...)

Er zijn 3 zeer belangrijke pijlers in het versneld herstel programma en deze zijn pijn(stilling), voeding en activiteit. Hiermee wordt een dagschema opgesteld die uw genezing zo optimaal mogelijk zal laten verlopen.

Dagschema

Dag 0 (dag van de operatie)

De ochtend van de operatie wordt u 2 à 3 uur voor de ingreep wakker gemaakt voor het drinken van een koolhydraatrijk drankje. Een epidurale pijnpomp wordt op het operatiekwartier geplaatst om uw tijdens en na de operatie voldoende pijnstilling te geven. Na de operatie verblijft u op intensieve zorgen en tijdens de avond is het de bedoeling om op te zitten op de rand van het bed of de zetel.      U bent nuchter en mag niets eten. U krijgt wel voldoende vocht toegediend via een infuus. Er is een maagsonde aanwezig (via de neus) die maagvocht en lucht laat aflopen.

Dag 1

Op dag 1 na de operatie is de epidurale pijnpomp nog aanwezig, bij pijn kunt u zelf pijnstilling toedienen doormiddel van een knop. De pomp is zo ingesteld dat u zichzelf niet te veel pijnstilling kan geven. Op dag 1 mag u nog niets eten. De maagsonde is nog steeds aanwezig. Maagvocht en lucht kunnen zodoende geëvacueerd worden en de wondheling kan optimaal verlopen. U zult vandaag opzitten in de zetel en enkele stapjes zetten in de kamer. De kinesist zal u aangepaste oefeningen geven naargelang de operatie die u heeft ondergaan. Het is de bedoeling om door deze oefeningen longcomplicaties te voorkomen en uw activiteit te bevorderen. Er kunnen ook verschillende onderzoeken gebeuren (bloedafname, longfoto, ...). Deze gebeuren als extra opvolging.

Dag 2-3

Afhankelijk van uw algemene toestand wordt u tussen dag 2 en 3 overgebracht naar de verpleegafdeling. De arts beslist wanneer u klaar bent om naar de verpleegafdeling te verhuizen.

Op advies van de behandelende chirurg kan beslist worden om de maagsonde te verwijderen. U mag starten met water drinken. Indien dit vlot gaat kan beslist worden om verder te gaan met yoghurt, pudding, ....

Indien u daartoe in staat bent, mag u reeds enkele minuten opzitten in de zetel. De pijnpomp kan verwijderd worden en vervangen door pijnstilling via een infuus. (Voltaren).

Indien u allergisch bent aan bepaalde pijnstilling (NSAID's) kan voor een alternatief gekeken worden.

Dag 4-5

Afhankelijk van uw algemene toestand zal de arts beslissen of de maagsonde en de blaassonde kunnen verwijderd worden. Samen met de kinesist zal verder gewerkt worden aan het herstel.         Indien mogelijk kan er gewandeld worden in de gang. Indien het goed verloopt om yoghurt, pudding, koffie, water of thee te nuttigen, zal er gestart worden met een beschuit en wat lichte voeding. Een diëtist zal bij u langskomen om de verdere opbouw van voeding te bespreken.

Op de vijfde dag zal een analyse gebeuren op het vocht dat via de drains uit de buik komt. Er gebeurt een bepaling van de pancreasenzymen: amylase en lipase.

Dag 6

Indien er zich geen complicaties voordoen, is het de verwachting dat de voeding verder wordt opgebouwd in de mate van uw mogelijkheden. Samen met de diëtist zullen we u een aangepast schema geven. Verder is het belangrijk dat u voldoende beweegt en rust. Uw herstel verloopt verder tot u klaar bent om naar huis te gaan.

Dag van ontslag

U kan, indien er geen koorts of complicaties zijn, uw ontslag verwachten tussen dag 10 en dag 14. De behandelende arts zal u op tijd meedelen wanneer u het ziekenhuis kan/mag verlaten. Samen met u zal bekeken worden welke zorg thuis moet geregeld worden. Mogelijks is er thuisverpleging nodig. 

Ongeveer een week na ontslag wordt u op controle verwacht bij uw behandelende arts. U krijgt bij ontslag uit het ziekenhuis deze afspraak mee.

Volgende papieren zullen bij ontslag meegegeven worden:

  • Ontslagbrief voor huisarts
  • Verpleegkundige ontslagbrief
  • Voorschriften voor medicatie, inspuitingen, ...
  • Voorschrift voor de thuisverpleging
  • Nieuwe afspraak (postoperatieve controle)

Complicaties

Door het ERAS-programma te gebruiken merken we een forse daling in het aantal complicaties na de operatie. Toch is het niet altijd mogelijk om complicaties te vermijden. Daarom sommen we u graag de meest voorkomende complicaties op.

Longontsteking (pneumonie)

Een longontsteking of pneumonie komt voor wanneer de longen niet goed kunnen ventileren(ademen). De bacteriën kunnen hierdoor vermenigvuldigen en een ontsteking veroorzaken.
Een optimale ademhaling is van zeer groot belang om een pneumonie te voorkomen. Hiervoor krijgt u oefeningen van de kinesitherapeuten en is het belangrijk om voor de operatie in goede conditie te verkeren. Stoppen met roken is sterk aangeraden om uw kans op een longontsteking zo klein mogelijk te houden.

Er zijn preventieve acties mogelijk om een longontsteking te voorkomen, zoals het recht opzitten, het snel in beweging komen, het aanleren van ademhalingsoefeningen, ... . Ook de pijnbestrijding moet voldoende zijn zodat voldoende diep ademhalen geen pijnprikkels veroorzaakt. Goed doorademen staat gelijk aan goed geventileerde longen. De kinesitherapeuten gaan samen met u enkele trucjes aanleren waardoor u beter zal gaan ademhalen en fluimen gemakkelijker gaat ophoesten.

Lekkage

Een andere mogelijke complicatie is een lekkage ter hoogte van de verbinding van de geopereerde organen. Als dit gebeurt is er een risico op een ontsteking in het operatiegebied. Dit kan leiden tot een langere opname in het ziekenhuis. Zeldzaam moet hiervoor opnieuw geopereerd worden.

Andere complicaties

Net zoals bij iedere operatie is er kans op de 'normale complicaties' van een operatie. Dat zijn bijvoorbeeld een wondinfectie, een trombose en een nabloeding.

Als er geen complicaties optreden verblijft u 10 tot 14 dagen in het ziekenhuis. Neem contact op met uw arts als u thuis last krijgt van koorts, nabloeding of een zwelling of roodheid bij de wonde.         Ook als u last krijgt van benauwdheid of problemen met ademhalen moet u direct een arts waarschuwen.

Na de operatie kunt u door de verandering in uw spijsverteringsstelsel problemen krijgen met uw voeding. Uw specialist of een diëtist kan u advies geven over uw voedingspatroon. De problemen kunnen door aanpassing van het lichaam verminderen en verdwijnen. 

Sommige patiënten vertonen:

  • Vetdiarree
    Voor een goede vertering van vetten zijn enzymen uit alvleeskliersap en galvloeistof nodig. Door een tekort aan de enzymen wordt vet minder goed verteerd. U krijgt dan last van dunne, vettige ontlasting. Als dit gebeurt wordt de voeding aangepast. Is dit onvoldoende kan hiervoor medicatie (Creon) opgestart worden.
  • Gewichtsverlies
  • Diabetes
    Als een deel van de alvleesklier verwijderd is, ontstaan vaak problemen met de bloedsuikerspiegel. De alvleesklier speelt namelijk een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.

Indien u dit wenst is er de mogelijkheid om 2 maand na uw ingreep een revalidatieprogramma te volgen. Het revalidatieprogramma heeft als bedoeling om u op zowel fysiek als mentaal vlak beter te gaan voelen. In samenspraak met uw (huis)arts kunt u via een consult  fysische geneeskunde deelnemen aan een onco-revalidatieprogramma.

Er wordt een individueel activiteitenplan voor u opgesteld. Voor meer informatie praat er over met uw arts of hulpverlener

Op de afdeling zult u op geregelde tijdstippen bezocht worden door de behandelende arts. Dit is meestal 2x per dag. Bij vragen kunt u altijd de verpleegkundige of onze expertverpleegkundige, Tomas Leupe, contacteren.

Tijdens uw opname kunt u en uw familie ook beroep doen op een klinisch psycholoog. Hij of zij zal u tijdens uw hospitalisatie een bezoek brengen. Zo nodig kan dit contact verder gezet worden.

De opvolging gaat door bij de chirurg waarbij u op raadpleging bent geweest voor de operatie. Tijdens deze consultatie zal ook het anatomopathologisch onderzoek en de resultaten van het MOC overleg (multidisciplinair) besproken worden. Dit multidisciplinair overleg gebeurt zowel voor uw operatie als na de operatie. Hier wordt gekeken en besproken of er een meerwaarde is voor verdere therapie (chemotherapie, bestraling). Uw arts zal dit eveneens met u bespreken.



Contactgegevens

AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV

Secretariaat Algemene Heelkunde AZ Sint-Jan Brugge (route 537)

Ruddershove 10

8000 BRUGGE

050 45 21 10

Dr. Tom Feryn

050 45 25 60

algemene.heelkunde@azsintjan.be


AZ Delta Ziekenhuis

Secretariaat Algemene Heelkunde AZ Delta

Wilgenstraat 2

8800 ROESELARE

Dr. Bart Smet

051 23 71 09


Zorgcoördinatoren pancreaschirurgie

Dhr. Tomas Leupe - 050 45 97 66

Dhr. Simon Desnouck - 051 23 73 32

Mevr. Evie Schelstraete - 050 45 99 66


Afdeling chirurgie (pancreaschirurgie)

Verpleegeenheid 30 - 35

Hoofdverpleegkundigen zijn Sofie Van Elslander - 050 45 30 30 en Kris Tavernier - 050 45 30 35

Diëtiste: Nadieh Verhoest - 050 45 28 74

Psychologe: Katrien De Decker - 050 24 70


©2019 Pancreascentrum Noord West-Vlaanderen, alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin